zaterdag, oktober 30, 2004

Lekker Lawaai

Wat me opvalt bij het luisteren naar experimentele muziek van voor 1990, is dat het geluid vaak zo onbeschaamd lelijk is. Daarom noemde men dat geluid ook industriƫle muziek, juist vanwege die verwantschap met dat monotone en afstompende waartegen toen nog politiek geageerd moest (en kon?) worden. Ik bedoel maar: hoe avant-garde en deviant kan je nog zijn wanneer haast iedereen dezelfde Powerbook of Vaio gebruikt?

Wat een wereld van verschil met de primitieve manipulatie van tapes (Throbbing Gristle, SPK) en instrumenten (Cage, Sonic Youth, Chrome). De laatste die bij mijn weten het manipuleren van de machine zelf nog als een werkmethode gebruikte was Aphex Twin, toen hij zijn synths en ander speelgoed uit elkaar gooide. Sindsdien spreekt men hooguit nog over user-orientated software, hetgeen moet ik zeggen toch stukken minder sexy klinkt. Ik zou haast zeggen: dat is toch geen rock-'n-roll meer!

Click-jes, cut-jes en glitch-es, allemaal goed en wel. Maar waar is het vuile, storende en snerpende geluid dat de chaos verklankt? Sinds wanneer is experiment en vernieuwing bedoeld om je huiswerk bij te maken? Waar is die wanklank die ons uit het wereldbeeld schopt en schreeuwt dat het ook anders kan?